Er verandert veel voor het onderwijs. De overheid werkte maximumscenario’s uit voor het onderwijs. Dat wil zeggen dat scholen een kader aangereikt kregen met een aantal te respecteren veiligheidsvoorschriften. Daarmee kan het onderwijzend personeel aan de slag. We sommen hier de veranderingen op tegenover de situatie vóór begin juni. Sommige voorschriften blijven gelden. Onder deze update lees je onze tips om de voorschriften te respecteren die al langer gelden.
De scholen gaan weer open, en wel zó
Veiligheid en hygiëne op de werkvloerUpdate overheidsrichtlijnen van 5 juni
Een aandachtspunt voor alle scholen: het leerlingenvervoer.
Mondmaskers en social distancing zijn de norm.
Leerlingen zitten geschrankt op de bus: een leerling per rij.
Slechts 25 % van voertuig mag gebruikt worden. Indien dit niet mogelijk is, zijn er andere scenario’s mogelijk. Die kan je op de website van Onderwijs Vlaanderen nalezen.
Kleuterschool
Sinds 2 juni mogen alle kleuters voltijds terugkeren naar hun klasje.
Een klasgroep is een bubbel, waarbinnen social distancing niet langer nodig is.
Contactbubbels gelden tot het einde van het schooljaar, ook op de speelplaats.
Kleuters dragen geen mondmasker, personeelsleden wel in contact met andere volwassenen.
Handhygiëne blijft belangrijk!
Maximumaantal van twintig kleuters vervalt, instappers zijn welkom.
Geen dagopvang meer voor scholen die opnieuw voltijds onderwijs aanbieden.
Lagere school
5 juni: alle leerjaren hervatten de lessen
De voorwaarde van vier vierkante meter per leeling vervalt.
De klasgroep is de contactbubbel, waarbinnen geen social distancing nodig is. Deze contactbubbel geldt zowel binnen als buiten tot het einde van het schooljaar.
Geen maximumaantal leerlingen in een klas.
Wél social distancing tussen leerling en leraren en tussen ouders en leraren. Ook op plaatssen waar verschillende klasgroepen samenkomen moet afstand bewaard worden.
Overweeg mondmaskers, een face shield of een wand van plexiglas om de leerlingen extra te beschermen. Leerlingen in het basisonderwijs hoeven geen mondmasker te dragen, ook al zijn ze ouder dan 12 jaar.
Leraren die zich tussen verschillende klasgroepen begeven, zetten wel een mondmasker op, net zoals bij elk contact met andere volwassenen.
Beperk het aantal verschillende volwassenen dat in contact treedt met de klasgroep zoveel mogelijk
Zorg dat bij het binnen- en buitengaan van de school anderhalve meter afstand kan bewaard blijven tussen de verschillende leerlingen en hun ouders.
Ook op andere plaatsen waar meerdere mensen samenkomen, zoals de sanitaire blokken, blijft social distancing een must.
Handhygiëne blijft heel belangrijk voor leerlingen en personeel.
Klaslokalen, gangen en leraarskamers moeten steeds goed geventileerd
Lessen en andere activiteiten in de open luchtgenieten de voorkeur.
Middelbare school
Leerlingen uit het tweede en vierde middelbaar kunnen sinds 2 juni twee volle of vier halve dagen les krijgen op school, met respect voor de social distancing en op voorwaarde dat zowel leerkrachten als leerlingen een mondmasker dragen.
Veertien leerlingen vormen samen een contactbubbel.
Leerlingen uit het eerste, derde en vijfde middelbaar worden minstens een dag uitgenodigd om op school het schooljaar samen af te ronden. Dit geldt ook voor leerlingen uit het deeltijds beroepssecundair onderwijs.
De zesdejaars keerden rond 15 mei al terug naar school.
Buitengewoon onderwijs
Opstart kan ook hier verdergezet worden.
Om de heropstart van de scholen, maar ook van onder meer de retail in goede banen te leiden, publiceerde de overheid een ‘Generieke gids om de verspreiding van COVID-19 op het werk tegen te gaan’. Hoewel die heel wat praktische tips bevat, blijven sommige regels onduidelijk. In die gevallen zijn we gaan kijken naar de maatregelen die in het buitenland gelden. De scholen in Denemarken zijn bijvoorbeeld al langer open en vormen een belangrijke bron van inspiratie. Zo hopen we alvast een praktische leidraad te bieden voor elk aspect van dit bijzondere terug-naar-school-moment, samen met het concrete draaiboek van de overheid.
1. Risicoanalyse
De algemene maatregelen om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, kennen we intussen, maar hoe die je op school precies in de praktijk brengt, verschilt uiteraard van gebouw tot gebouw en van situatie tot situatie. Het spreekt bijvoorbeeld voor zich dat gangpaden van anderhalve meter breed meer risico inhouden – en dus om meer ingrepen vragen – dan gangpaden van pakweg vier meter breed. Maak daarom om te beginnen een grondige risicoanalyse met behulp van de preventieadviseur en eventueel het CLB. De verschillende punten in dit artikel kunnen je daarbij houvast bieden.
2. Informatieverspreiding
Informatieverspreiding is cruciaal in crisistijden, en dat is nu uiteraard niet anders. Start op school een postercampagne op om de regels te verduidelijken, en geef daarbij een centrale rol aan de preventieadviseur, die ook als aanspreekpunt zal fungeren. Beperk je voor kleinere kinderen tot tekeningen of pictogrammen. Die jongsten bereik je bovendien niet alleen op school: hun ouders hebben ook een heel belangrijke rol te vervullen. Oudere kinderen, daarentegen, kun je gerust rechtstreeks aanspreken.
1.1 Via de ouders
Jonge kinderen hechten doorgaans minder belang aan hygiëne, dus het is zaak om bewustwording te creëren via hun ouders. Informeer hen via e-mail of per brief over de nood aan handen wassen en reik hun hulpmiddelen aan. Er bestaan bijvoorbeeld filmpjes over handhygiëne en tips, zoals een liedje zingen om te weten hoe lang je je handen moet wassen (‘happy birthday’ duurt exact twintig seconden!). Besteed in de communicatie verder aandacht aan hoest- en niesgedrag en vraag om kinderen thuis te houden bij symptomen. Vertonen de ouders of iemand anders in de nabije omgeving van het kind symptomen, dan mag de leerling niet naar school komen – ook al is hij of zij zelf niet zichtbaar ziek. Blijft hij of zij 48 uur symptoomvrij, dan is hij of zij weer wel welkom. Vraag de ouders om in elk geval de school op de hoogte te brengen als ze een besmetting vaststellen in het gezin of de familie.
De gewijzigde uren in de klassen die terug op gang komen, moeten natuurlijk ook gecommuniceerd worden aan de ouders, want niet alle leerlingen zullen tegelijkertijd op school aanwezig zijn. Besteed tot slot voldoende aandacht aan het emotionele aspect: helder communiceren over de maatregelen die je neemt, zorgt er niet alleen voor dat ze beter worden nageleefd, maar stelt ouders ook gerust.
1.2 Via de leerlingen
Het is cruciaal om oudere leerlingen op het hart te drukken dat ze afstand moeten houden, want ze hebben elkaar lang niet gezien en zijn wellicht enthousiast! Heb daarnaast voldoende aandacht voor het informeren van de kinderen en geef hun ruimte om vragen te stellen. De kans op misinformatie is groot wanneer ze zich enkel laten leiden door wat ze op de speelplaats horen. Beperk hun mediablootstelling of zorg ervoor dat leerlingen enkel betrouwbare bronnen over COVID-19 kunnen raadplegen. Waakzaam zijn voor ‘fake news’ en het corrigeren: ook dat hoort erbij!
3. Kinderen afzetten en ophalen
Idealiter komt altijd dezelfde ouder het kind aan de schoolpoort afzetten en weer oppikken. De moeders en vaders mogen de school niet in en moeten meteen weer naar huis. Het spreekt voor zich dat ze op anderhalve meter afstand van elkaar en van andere kinderen blijven. Doordat leerlingen in kleinere groepen afwisselend les volgen, zijn de afzet- en ophaaltijden sowieso verspreid, maar toch moet je maatregelen nemen om te vermijden dat de regels rond social distancing plots met de voeten getreden worden. Scheid daarom ouders die toekomen en ouders die weggaan van elkaar met dranghekken, afzetpalen met een koord of een markeringslint. Geef bovendien de gewenste afstand en looprichting aan met behulp van vloermarkering en stickers. Voorzie een plexiglazen wand aan de balie van het onthaal of het secretariaat. Waar mogelijk moeten de kinderen anderhalve meter afstand houden.
4. Bijzondere aandacht voor hygiëne
Hygiëne is altijd een topprioriteit op plaatsen waar kinderen samenkomen, maar in deze tijden wint dat aspect natuurlijk nog extra aan belang. Om de verspreiding van het virus te voorkomen, nemen leerlingen beter geen speelgoed, schrijfgerief of ander materiaal van thuis mee naar school en andersom. Voor boeken en schriften is zo’n richtlijn in de praktijk niet altijd haalbaar, maar door zo veel mogelijk digitaal te werken, kun je al veel ondervangen. Laat leerlingen bovendien geen spullen delen. Iedereen moet dus z’n eigen puntenslijper, rekenmachine, pen en ander schoolmateriaal hebben. Eten en drinken delen is uiteraard evengoed uit den boze.
Installeer bovendien afgesloten vuilbakken in de klaslokalen, in de gangen, in de refter, in de toiletten en op de speelplaats. Kies voor exemplaren die touchless openen of met een pedaal.
4.1 Handhygiëne
Door een gerichte postercampagne, afgestemd op de leeftijd van de kinderen, maak je hen duidelijk dat ze hun handen moeten wassen voordat ze naar school komen, bij het binnenkomen van de klas (na de speeltijd), na elk toiletbezoek, voor elke maaltijd, na het hoesten of niezen, na het bedienen van machines in praktijklessen en voor het verlaten van de school. Het handenwassen gebeurt met water en zeep; het afdrogen met wegwerphanddoeken. Schakel handendrogers dus uit. In de leslokalen zelf, waar misschien niet altijd een wasbak staat, brengt ontsmettende handgel redding. Leerkrachten tonen de jongste kinderen hoe ze precies hun handen moeten wassen of ontsmetten. Leerkrachten, onderhoudspersoneel, buspersoneel en verzorgend personeel moeten handschoenen dragen.
4.2 Mondmaskers
De meningen zijn verdeeld over het gebruik van mondmaskers bij leerlingen. Sommige experts beweren dat maskers niet aangeraden zijn voor jonge kinderen, omdat die dan net méér geneigd zullen zijn om hun gezicht aan te raken en omdat de kans op verkeerd gebruik groot is. De Belgische overheid verplicht daarom een mondmasker gedurende de hele schooldag voor leerlingen ouder dan twaalf jaar en voor leerkrachten. Ook onderhoudspersoneel, buspersoneel en verzorgend personeel moet een mondmasker dragen. Als je echter voldoende afstand kunt verzekeren tussen leerkracht en leerlingen, of als je gebruik kunt maken van een plexiglas (in de vorm van een scherm of een masker), dan is een mondmasker niet verplicht voor de leraar.
Het is niet alleen belangrijk om voldoende mondmaskers te voorzien; leerlingen, leerkrachten en ander personeel moeten ook geïnformeerd worden over het correcte gebruik ervan:
Voor het opzetten de handen wassen
Het masker zodanig opzetten dat neus en mond bedekt zijn en er geen openingen ontstaan
Het mondmasker niet aanraken tijdens het gebruik, en de voorzijde niet aanraken bij het afzetten (neem de elastiekjes vast)
Het masker vervangen zodra het vochtig is
4.3 Schoonmaken
Klaslokalen moeten regelmatig verlucht worden. Zet dus minstens een paar keer per dag de ramen gedurende enkele minuten open – tenzij er natuurlijk een ventilatiesysteem aanwezig is dat voor de aanvoer van voldoende verse lucht zorgt. Daarnaast is zorgvuldig schoonmaken onontbeerlijk. Deze minimumrichtlijnen zijn daarbij van tel:
Sanitair: minstens twee keer per dag
Lokalen: minimaal na elke lesdag
Meubilair, machines en toestellen:
Reftertafels: na elke lesdag en na elk gebruik door andere groepen leerlingen
Banken en stoelen: na elke lesdag
Machines: na elke lesdag en na elk gebruik
Besteed specifieke aandacht aan alles wat leerlingen en leerkrachten met de handen aanraken, zoals: klinken (laat deuren zo veel mogelijk open staan), schakelaars, kranen, wc-spoelknoppen, wc-deksels, trapleuningen, sporttoestellen, didactisch materiaal, toetsenborden, tablets en telefoons.
5. Klassen indelen en inrichten
5.1 Indelen
Het lesgeven gebeurt voortaan in kleinere groepen, met maximaal veertien leerlingen per klas (hierdoor ontstaan dus méér klasgroepen, zodat leerkrachten uit andere jaren eventueel moeten bijspringen).
De lesgroepen vormen zogenaamde ‘contactbubbels’, wat betekent dat altijd dezelfde leerlingen in dezelfde groepen zitten. Lessen waarbij kinderen van verschillende klassen bij elkaar komen, zijn dus geen optie. Bovendien blijven de leerlingen in hun klas: het is de (vak)leerkracht die zich verplaatst, en niet andersom. Er gaan om die reden geen lessen door in vaklokalen.
5.2 Inrichten
De concrete richtlijn is dat je per leerling 4 m² moet rekenen. Laat leerlingen voldoende afstand houden door de banken verder uit elkaar te zetten (markeer op de vloer waar ze precies moeten komen) en zo veel mogelijk tegen de muur te schuiven. Duid eenrichtingsverkeer in de gangen tussen banken aan met pijlen.
Social distancing is makkelijker in de open lucht dan in een klaslokaal, dus bij mooi weer kunnen jullie er gerust op uit trekken. Buiten lesgeven heeft tal van voordelen, en er is heel wat materiaal op de markt om onder de blote hemel toch een ‘klaslokaal’ in te richten (zoals een flipover of een bord op wieltjes in de plaats van het traditionele krijtbord).
6. Gebruik van de speelplaats en andere gedeelde ruimtes
Net zoals de speeltuigen overal in de parken en woonwijken met linten zijn afgezet, maak je de klimrekken en andere toestellen op de speelplaats het best ontoegankelijk. Probeer leerlingen bovendien zo veel mogelijk weg te houden van gemeenschappelijke ruimtes en deel die ruimtes op, zodat kinderen uit verschillende klassen niet mengen. Dit kun je bijvoorbeeld doen met behulp van dranghekken of afzetpaaltjes. Tijdens speeltijden en middagpauzes verdeel je leerlingen in groepen en laat je ze alterneren om het aantal kinderen dat samenkomt, te beperken. Eventueel kun je zelfs lunchpauzes organiseren in de klas. Kinderen die enkel opvang krijgen op school, blijven in elk geval gescheiden van kinderen die er les volgen. Om social distancing in de toiletten en aan de wastafels te garanderen, kunnen vloermarkering en stickers helpen. Omdat het voor kleine kindjes heel moeilijk is om afstand te houden, mogen ze wel samen spelen, maar ze moeten vaker hun handen wassen.
7. Na- of buitenschoolse activiteiten
Na- of buitenschoolse activiteiten zijn nu jammer genoeg geen opties, dus afgelasten of uitstellen is de boodschap. Schoolreizen van meerdere dagen zijn alvast verboden tot 30 juni 2020.
8. Lerarenkamer, koffiehoek en vergaderzaal inrichten
Net zoals er maximumaantallen zijn vastgelegd voor de leerlingen, zo heeft de overheid bepaald dat je het maximumaantal personeelsleden in een lerarenkamer, koffiehoek of vergaderzaal moet berekenen op basis van de minimumoppervlakte van 4 m² per personeelslid. Moedig het gebruik van wegwerpbekers aan in de plaats van koffiemokken. Als je opteert voor kartonnen bekers, hoeft die maatregel niet haaks te staan op je duurzaamheidsinspanningen.
Het spreekt voor zich dat digitaal vergaderen in de meeste gevallen de beste oplossing is, bijvoorbeeld met werkgroepen, met de ouderraad of het schoolteam. Niet-essentiële vergaderingen kun je zelfs maar beter helemaal annuleren.
9. Wat als plots coronasymptomen optreden?
Afsluiten doen we met een oproep om een plan van aanpak te voorzien wanneer een leerling of leerkracht symptomen vertoont. Wie ga je contacteren? Hoe regel je vervoer naar huis? Het spreekt voor zich dat de zieke niet meer het openbaar vervoer op mag. Richt op school ook een speciale ruimte in waar de zieke gescheiden kan zitten van de rest tot hij of zij naar huis kan, en maak die ruimte na gebruik grondig schoon. Als de besmetting uiteindelijk bevestigd zou zijn, moet je de andere leerlingen en het leerkrachtenteam daarvan op de hoogte brengen. Als het geen optie is om iedereen te laten testen, dan kun je zowel kinderen als personeel vragen om elke ochtend hun temperatuur op te meten, zodat je snel kunt reageren. De overheid publiceerde een handig document met EHBO-richtlijnen in tijden van corona.
Meer weten over hoe onze producten kunnen helpen bij de heropstart van de scholen? De medewerkers van onze helpdesk beantwoorden al je vragen met plezier!